kop8.jpg

Maandag 17 oktober 2022 moesten we met het avondteam van Baronie A thuis tegen ´t Paardje uit Made spelen. En wie van ons vieren zou verliezen, zou het wedstrijdverslag schrijven. Doordat ik dus nu aan de beurt ben, is een deel van de uitslag al vermeld. Maar daarover strak meer.

We weten dat noch ´t Paardje noch wij in de Avondcompetitie 1A een kans maken bovenin te eindigen; sterker nog, de geschiedenis leert dat wij beiden proberen de onderste plaats te vermijden om degradatie te voorkomen. ‘t Paardje had in de eerste ronde een mooie 3-1 overwinning behaald, terwijl wij tegen het sterke HMC uit Den Bosch een kansloze nederlaag hadden geleden, 0,5 – 3,5. Dus gewonnen moest er worden.

Ik zat als gebruikelijk aan bord 4 en trof een tegenstander die ik al vaker had ontmoet. Voor de wedstrijd raakten we aan de praat, waarbij René mij meedeelde hevig in mineur te zijn en zijn gedachten niet bij het schaken had. Reden: drie weken geleden kanker geconstateerd, vorige week gehoord dat het uitgezaaid was en vanochtend dat het een agressieve vorm betrof. Ik vond het dan al knap dat hij sowieso kwam schaken. Maar richting match dichtte ik mij best goeie kansen toe: we speelden thuis, ik had wit, tegenstander had andere zorgen en onze ratings zijn ongeveer gelijk. Dus ik ging agressief van start. Maar kwam bedrogen uit: René tackelde mijn aanvalsdrift, kreeg tegenkansen, won in het middenspel een kwaliteit en bulderde met twee torens via de open e-lijn mijn stelling binnen. Na vervolgens de tweede rij met twee torens te bezetten, nog eens een pionnetje te winnen bleek al gauw dat er voor mij maar één mogelijkheid was: opgave. Een bittere pil en ik voelde al aankomen dat ik de mede oorzaak zou worden van een slecht resultaat tegen ’t Paardje. Want de andere partijen stonden min of meer gelijk. Joost (bord 3) helemaal en Willem (bord 1) en Jasper (bord 2) misschien fractioneel beter.

Al gauw bleek dat Jasper een pionnetje kon winnen, maar dat het lastig was dit voordeel te verzilveren. In een pionnen eindspel (met voor Jasper dus een pion meer) werd het een race naar de eindstreep om dame te halen. Maar voordat het zover was gaf de tegenstander van Jasper op. Voor mij nog steeds onduidelijk, want hoewel Jasper een pion meer had, zou de tegenstander precies één zet eerder dame halen, wel direct gevolgd door Jasper, maar de tegenstander zou dan door middel van schaakjes óf de pion terugwinnen óf men zou terecht komen in een dame eindspel met respectievelijk één en twee pionnen. En ook dat is lastig te winnen. Analyse van de clubgenoten van de tegenstander bevestigden ook dat hun maat wel erg snel de vlag had gestreken. Wel moet gezegd worden dat hij nog maar twee minuten had en Jasper heel wat meer minuten op de klok. Hoe dan ook, het was 1-1 en er was opeens weer hoop.

Joost op bord 3 keek regelmatig naar de stand op het bord van Willem, want meer dan remise zat er (zonder veel risico’s te nemen) voor Joost echt niet in. De match was richting eindspel gevorderd met, naast flink wat pionnen, voor Joost Dame en Loper, terwijl zijn tegenstander Dame en Paard had. Maar in een vrij gesloten stelling is het twijfelachtig of een loper dan wel meer waard is dan een springende knol. Toen Willem naast hem dan ook kans zag een pionnetje voor te komen (met verder alleen ieder een toren op het bord) meende Joost, de kwaliteiten van afwikkeling van Willem kennende, dat het wel goed kwam en kwam remise overeen. 1,5-1,5.

En toen Willem dus nog. Nou, Joost had het goed gezien: het pionnetje meer bij Willem werd een mooi verbonden vrijpionnenpaar in het centrum, dat langzaam maar zeker naar Dame wandelde. De tegenstander was met zijn enige pion weliswaar wat verder opgerukt, maar Willem had goed gezien dat hij, in geval van nood, zijn toren kon offeren tegen de vijandelijke pion, waarna de verbonden vrijpionnen, gesteund door de koning, niet meer te houden zouden zijn. Maar zover kwam het niet eens, want de tegenstander overzag een zet en raakte zijn pion aan. Die moest dus wel gezet worden en kon alleen naar een veld waar hij geslagen kon worden. De tegenstander gaf, enigszins mokkend, direct op. 2,5-1,5 dus.

Al met al toch super gelukkig naar huis, dankzij het feit dat ik drie fantastische medespelers in mijn team heb, die, ook als het met een ander (in dit geval ondergetekende dus) eens wat minder gaat, er zelf allemaal een schepje bovenop doen om toch het schip veilig aan wal te brengen. Hulde mannen!! En ik beloof, na de volgende wedstrijd (in Bergen op Zoom) ben ik niet degene die het verslag gaat schrijven.

Uitslagen:

Willem van der Linden        -              Peter van den Hout        : 1 – 0

Jasper Willeboordse           -              Klaus Pfaffenhofer          : 1 – 0

Joost Rutten                      -              René Stadhouders          : remise

Bouke Jansma                    -              René Gosens                 : 0 – 1

Totaal                                                                                  : 2,5-1,5

Bouke